• NL
  • EN

We wonnen het sleepnetreferendum

We won the dragnet surveillance bill referendum

Het eerst kwartaal van het jaar stond volledig in het teken van de ‘Nee’-campagne voor het sleepnetreferendum. We wilden mensen die twijfelden over de streep trekken. (De mensen die al sceptisch zijn over de bevoegdheden van de geheime diensten en over surveillance hoefden we niet te overtuigen). We vinden het zinnig om geheime diensten te hebben. Omdat hun werk noodzakelijkerwijs geheim is, kunnen ze echter ook een gevaar zijn voor onze democratie. De wet moet daarom de best mogelijke wet zijn. Het was duidelijk dat het wetsvoorstel gewoon nog niet goed genoeg was. We voerden dus campagne voor ‘een betere wet’. We formuleerden vijf verbeterpunten en bleven die overal noemen waar we ook kwamen. Daarnaast controleerden we doorlopend de uitlatingen van de geheime diensten, de regering en de politieke partijen. Als ze onwaarheden verkondigden, wezen wij het publiek daar op.

We printten duizenden flyers en mobiliseerden vrijwilligers om deze in tientallen grote steden uit te delen. Drie maanden lang spraken we bijna elke avond wel ergens op een evenement over de sleepwet. En we waren continu aanwezig in de Nederlandse media. Met een subsidie van de referendumcommissie konden we spotjes kopen op radio en televisie. We hebben zelfs onze eigen tv-show geproduceerd en live op het internet gestreamd. Miljoenen mensen zijn op deze manier onze berichtgeving tegen gekomen. We hadden een sterke positie in het debat en onze framing (“een stem tegen de wet is een stem voor een betere wet”) werd overgenomen door de meest uitgesproken politieke tegenstanders van de wet. Onze directe tegenstander, het hoofd van de AIVD, moest daardoor continu in de verdediging tegen onze argumentatie. Uiteindelijk waren zelfs de meest fanatieke voorstanders van de wet het met ons eens dat de wet verbeterd on worden. Tijdens de live uitzending waarin de uitslag van het referendum bekend werd gemaakt zaten wij als expert in de studio bij de NOS om ons commentaar te geven.

Maandenlang bleek uit alle peilingen dat de ‘Ja’-stem zou winnen. Uiteindelijk stemde een meerderheid toch tegen de nieuwe wet. We hebben het referendum gewonnen! Nederland is daarmee het eerste land ter wereld waarin het volk zich massaal tegen massasurveillance heeft uitgesproken.

Helaas heeft de regering te weinig met dit advies gedaan. Ze deed een aantal suggesties voor cosmetische wijzigingen en liet de wet al ingaan voordat deze waren besproken in het parlement. In een brede coalitie met andere mensenrechtenorganisaties, journalisten, advocaten en een aantal bedrijven hebben we een kort geding aangespannen. We wilden dat onderdelen van de wet buiten werking werden gesteld totdat de Tweede en Eerste Kamer zich hadden uitgesproken over de aangekondigde wetswijzigingen. Dat kort geding hebben we helaas verloren. We bekijken nu met de coalitie of het verstandig is om een bodemprocedure aan te spannen.

Hoewel het referendum nog niet heeft geleid tot de gehoopte veranderingen, had het wel nut. Voor de eerste keer werd er een brede maatschappelijke discussie gevoerd over grenzen aan de nieuwsgierigheid van de overheid. Als we het referendum hadden verloren, zouden politici zich de komende jaren vrij voelen om nog meer wetgeving te verzinnen die onze vrijheid onder druk zet. Met deze winst blijft privacy hoog op de agenda van de politiek staan.

The first quarter of the year was entirely devoted to the “No” campaign for the dragnet referendum. We wanted to persuade people who were still in doubt. (After all, we did not have to convince the people who are already skeptical about the powers of the secret services and about surveillance). We think it makes sense to have secret services. However, because their work is necessarily secret, they can also be a danger to our democracy. The law must therefore be the best possible law. It was clear that the bill was just not good enough. So we campaigned for “a better law.” We formulated five points to improve the proposed law and mentioned them everywhere we went. In addition, we continuously monitored the statements made by the secret services, the government and the political parties. If they proclaimed untruths, we would inform the public.

We printed thousands of flyers and mobilized volunteers to distribute them in dozens of large cities. For three months we talked about the dragnet surveillance bill at some event nearly every evening. And we were constantly present in the Dutch media. With a subsidy from the referendum committee (which supported neutral campaigns, advocates and opponents) we were able to buy commercials on radio and television. We even produced our own TV show and streamed it live on the internet. Millions of people have come across our reporting in this way. We had a strong position in the debate and our framing (“a vote against the law is a vote for a better law”) was taken over by the most outspoken political opponents of the law. Our direct opposition, the head of the AIVD, therefore had to constantly defend himself against our argument. In the end, even the most fanatical proponents of the law agreed that the law could be improved. During the live broadcast in which the result of the referendum was announced, we were at the NOS studio to deliver our commentary.

For months, all polls said the “Yes” vote would win. In the end, a majority voted against the new law. We won the referendum! This makes the Netherlands the first country in the world in which the people have spoken out en masse against mass surveillance.

Unfortunately, the government has done too little with this advice. After a number of suggestions for cosmetic changes the law was allowed to go into effect, even before these changes had been discussed in parliament. We have filed summary proceedings as part of a broad coalition of human rights organizations, journalists, lawyers and a number of companies. We wanted parts of the law to be suspended until the House of Representatives and the Senate had ruled on the announced legislative changes. Unfortunately, we have lost those summary proceedings. The coalition is now examining whether it is advisable to continue fighting this bill in court.

Although the referendum has not yet led to the hoped changes, it was useful. For the first time, there was a broad social debate about limits to government curiosity. Had we lost the referendum, politicians would feel free in the coming years to come up with more legislation that would put our freedom under pressure. Thanks to the public debate privacy remains high on the political agenda.